Mag een school een school-, schoolplein- en/of contactverbod opleggen aan ouders?

Een school kan ordemaatregelen opleggen aan een ouder. Een school-, schoolplein- en/of contactverbod is een ingrijpende ordemaatregel. Het opleggen daarvan moet daarom op zorgvuldige wijze gebeuren. De afgelopen periode heeft de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) zich meerdere keren uitgelaten over klachten van ouders over een opgelegd school-, schoolplein- en/of contactverbod. In één van die zaken, waarin aan een vader een communicatieverbod was opgelegd, stonden onze advocaten Wilco Brussee en Liana Eelkema de school bij.

Wat was er in deze zaak aan de hand? Al langere tijd zijn er problemen in de communicatie tussen vader en de directeur van de school. Vader heeft geen vertrouwen in de directeur en uit dat herhaaldelijk op onfatsoenlijke en respectloze wijze in onder andere mailberichten aan de directeur en leerkrachten. Maar ook tijdens gesprekken met de directeur en/of de leerkrachten en tijdens de informatieavond op school. Ook in het contact met de clusterdirecteur laat vader zich op denigrerende en niet kalme wijze uit over de directeur. Later laat vader zich ook over de clusterdirecteur en een leerkracht van de school beledigend uit tijdens contactmomenten met of in berichten aan hen. Ondanks de manier waarop vader de directeur, de leerkrachten en de clusterdirecteur bejegent proberen de directeur en clusterdirecteur in gesprek te blijven met hem. Meerdere gesprekken worden gevoerd om te proberen de relatie met vader te verbeteren in het belang van zijn dochter. Vader wordt daarnaast meermaals aangesproken op zijn manier van communiceren en gewaarschuwd dat – wanneer hij zich onfatsoenlijk blijft uitdrukken – het schoolbestuur genoodzaakt is om een communicatieverbod op te leggen.

In september 2024 laat vader zich, ondanks een laatste waarschuwing in juni 2024, opnieuw respectloos uit over de directeur tijdens een informatieavond op school. Deze uitingen worden in een brief aan vader bevestigd en er wordt hem een communicatieverbod opgelegd tot eind oktober 2024. Begin november 2024 wordt het communicatieverbod verlengd omdat vader zich in korte tijd tweemaal beledigend uitlaat over een medewerkster van de school in bijzijn van een ouder en tegenover de conciërge. In januari 2025 wordt het verbod opgeheven omdat het een periode rustig is geweest. Helaas gaat het kort na het opheffen van het verbod weer mis en stuurt vader een brief met beledigende opmerkingen over de directeur aan de leerkrachten van zijn dochter. De school besluit opnieuw een communicatieverbod op te leggen voor een bepaalde periode. Daarop stapt de vader met een klacht naar de LKC.

De LKC stelt vast dat gezien de omstandigheden de school in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de communicatie van vader te begrenzen door middel van het communicatieverbod. De LKC overweegt daarbij dat vader meerdere keren is aangesproken op zijn manier van communiceren en dat hij is gewaarschuwd dat wanneer hij zich beledigend zou blijven uitlaten, het bestuur genoodzaakt zou zijn om een communicatieverbod op te leggen. Ook overweegt de LKC dat het verbod voldoende duidelijk geformuleerd is vanwege de duidelijke richtlijnen over wat vader specifiek wel en niet mocht in de communicatie en er een einddatum is bepaald. Het verbod zou pas opgeheven worden als vader in een gesprek met de school zou aantonen dat hij respectvol kan communiceren. Ook de communicatie over de verlenging van het verbod is op tijd en zorgvuldig gedaan, aldus de LKC.

In twee andere recente zaken kwam de LKC tot een vergelijkbaar oordeel. In het oordeel van 7 mei 2025 overweegt de commissie dat het begrijpelijk is dat de school aan de partner van klaagster een permanent school- en schoolpleinverbod heeft opgelegd vanwege het intimiderende gedrag van de partner binnen de school. Ook heeft de school herhaaldelijk geprobeerd om met klaagster en haar partner tot afspraken te komen, maar telkens bleek dat klaagster en haar partner zich niet aan die afspraken hielden. Verder wordt uit dit oordeel duidelijk dat het permanente karakter van de maatregel de eisen die daaraan gesteld worden ten aanzien van de zorgvuldigheid, verzwaart. In beginsel moet de ouder (of ouders) aan wie een dergelijke maatregel opgelegd wordt in de gelegenheid gesteld worden vooraf diens zienswijze daarover te geven. Uit het oordeel van de LKC van 27 mei 2025 blijkt dat dit slechts anders is als de aanleiding waarom de school een dergelijke maatregel wil opleggen dusdanig ernstig is dat de school zich genoodzaakt ziet om direct maatregelen te treffen. In deze zaak had een vader van een leerling de directeur van de school geslagen. De LKC weegt in deze situatie mee dat de school de vader bij het opleggen van het verbod meteen heeft uitgenodigd voor een gesprek.

Samenvattend is het dus toegestaan dat scholen het gedrag van een ouder begrenzen door het opleggen van een school-, schoolplein- of contactverbod. Daarbij is wel van belang dat de school zorgvuldig handelt en de juiste procedure volgt. Het is belangrijk te proberen in gesprek te blijven met de ouder en afspraken te maken over de samenwerking. Daarnaast zal de ouder in beginsel eerst aangesproken moeten worden op diens gedrag en gewaarschuwd moeten worden wat de mogelijke consequenties zijn als de ouder ondanks die waarschuwingen toch doorgaat. Verder moet de ouder in de gelegenheid gesteld worden om een zienswijze naar voren te brengen alvorens de school het verbod daadwerkelijk oplegt. Dit is alleen anders als het gedrag dusdanig ernstig is dat de school genoodzaakt is direct een maatregel op te leggen. Het is in die situatie aan te bevelen de ouder meteen bij het opleggen van het verbod uit te nodigen voor een gesprek om de ontstane situatie en de samenwerking in de toekomst te bespreken.

Voor meer informatie of juridische ondersteuning kunt u contact opnemen met Wilco Brussee, Liana Eelkema of één van onze andere advocaten.


Volgende
Volgende

Als de rechter het niet mag weten zal het wel waar zijn …