LCG WMS oordeelt nu ook inhoudelijk bij nalevingsgeschil

De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) kent naast het instemmingsgeschil van artikel 32 en het adviesgeschil van artikel 34 ook het nalevingsgeschil van artikel 35. Tot voor kort was de betekenis van dat laatste beperkt. De medezeggenschapsraad (MR) heeft namelijk de mogelijkheid om de nietigheid van een besluit in te roepen als het bevoegd gezag ten onrechte geen instemming of advies heeft gevraagd. De geschillencommissie verklaarde de MR tot nu toe niet ontvankelijk als die daarna toch naar de geschillencommissie (LCG) stapte. Met het oordeel van 3 februari 2025 heeft de LCG de koers echter gewijzigd. De lijn is nu als volgt:

De Commissie zal in het vervolg nalevingsverzoeken, die zijn gericht op advies- en instemmingsbevoegdheden, niet zonder meer niet-ontvankelijk verklaren. De Commissie zal deze verzoeken als de situatie daarom vraagt, beoordelen aan de hand van de wettelijke toets die is neergelegd in de artikelen 32 en 34 Wms, onder de voorwaarde dat is voldaan aan de procedurele vereisten zoals genoemd in de artikelen 32 en 34 Wms.

De LCG doet dit mede in het licht van een rapport dat in 2024 in opdracht van de Stichting Onderwijsgeschillen was opgesteld. Wellicht zal ook een rol hebben gespeeld dat de LCG voor de tweede keer in korte tijd geconfronteerd werd met hetzelfde bevoegd gezag dat de medezeggenschapsbevoegdheden min of meer bewust aan zijn laars lapte. Meer over de uitspraak leest u in de bijdrage die Wilco Brussee van ons kantoor schreef voor MR Magazine.

Vorige
Vorige

Wat mag een school met leerlinggegevens?

Volgende
Volgende

Laat opgesteld OPP geen reden voor schadevergoeding